De kloof tussen arm en rijk neemt steeds verder toe in Nederland. Dat is onrechtvaardig. Het is niet te verkopen dat steeds meer mensen niet of moeilijk kunnen rondkomen met het minimuminkomen. Bestaanszekerheid van veel mensen staat hiermee onder druk terwijl ceo’s inkomens van miljoenen euro’s binnen halen.
Een rechtvaardiger Nederland betekent dat de inkomensverschillen minder worden. Inkomensnivellering zal weer de norm moeten worden. Werkenden hebben recht op een vaste baan, losse contracten horen uitzondering te zijn. Hierdoor geef je mensen de kans aan hun toekomst te kunnen bouwen. Dat doe je niet als de markt regeert wanneer en hoeveel je kunt werken.
Race naar de bodem
Corona heeft een sociaaldemocratische revolutie teweeggebracht. De neoliberale overheid heeft door miljarden steun aan het bedrijfsleven en andere sectoren een sturende economische rol op zich genomen. Zonder dit ingrijpen waren veel bedrijven failliet gegaan en daarmee veel banen verdampt. Het liberale ideaal dat de sterkste bedrijven overleven is volledig verlaten. Toch lijkt deze race naar de bodem door te gaan; door scherpe (internationale) concurrentieverhoudingen wordt steeds minder verdiend, komen lonen onder druk te staan en gaat uiteindelijk de kwaliteit van diensten en producten erop achteruit.
Nu herstel van de economie plaatsvindt en de corona-steun wordt afgebouwd, wordt het tijd om de verhouding tussen ‘vrije’ economie en de rol van de overheid opnieuw te bekijken. Meer overheidsinvloed op bedrijven, banken en andere sectoren zal een einde moeten gaan maken aan deze negatieve spiraal.
Aanpakken
Zzp’ers zullen niet langer de meest kwetsbaren zijn als zij geen opdrachten krijgen. Zij hebben recht op werkloosheidsuitkeringen, een sociaal vangnet als zij ziek worden en een pensioen als zijn stoppen met werken. Daar staat tegenover dat zij meebetalen aan alle werknemersverzekeringen en belastingen, net zoals gewone werknemers.
Ook de discriminatie op de arbeidsmarkt moet worden aangepakt. Het is ongehoord dat vrouwen in gelijke posities nog steeds minder verdienen dan mannen, enkel vanwege het feit dat zij kinderen krijgen. Ook discriminatie naar culturele achtergrond blijkt nog steeds realiteit bij het vinden van een baan: een schande in deze tijd.
Armoede in Nederland, -in een van de rijkste landen ter wereld-, is nog steeds een groot probleem. 1 op de 10 kinderen in ons land wordt geconfronteerd met armoede in zijn of haar leefomgeving. Kansenongelijkheid begint op jonge leeftijd. Iedereen heeft recht op werk en een fatsoenlijk inkomen. De overheid neemt haar rol bij het begeleiden van werk naar werk. Als mensen niet kunnen werken moeten zij terug kunnen vallen op een inkomen dat zorgt voor voldoende kwaliteit van leven. Het niveau van het huidige minimuminkomen en de gemiddelde cao’s voldoen daaraan niet.
Groen en sociaal ondernemerschap worden gestimuleerd en krijgen steun van de overheid.
Mensen krijgen recht op een baan en een basisinkomen.